Onze adviezen
Bloedonderzoek
Tijdens je eerste afspraak krijg je van ons digitaal een verwijzing voor bloedonderzoek. Dit onderzoek kun je laten doen bij het laboratorium van ziekenhuis Gelderse Vallei. Als je bloed laat prikken bij ziekenhuis Gelderse Vallei moet je hiervoor een afspraak maken. Je hoeft niet nuchter te zijn voor dit bloedonderzoek.
We onderzoeken bij iedere zwangere het bloed op een aantal zaken:
- Wat is je bloedgroep (A, B, AB of O)
- Ben je rhesus D-negatief of rhesus-c negatief?
- Bevat je bloed antistoffen tegen bloedgroepen die je zelf niet hebt?
- Ben je besmet met één van de infectieziekten syfilis (lues), hepatitis B of hiv?
- Wat is je ijzergehalte (Hb)?
- Wat is je suikergehalte niet nuchter (glucose)?
- Ben je beschermd tegen de rode hond (rubella)? Mocht je niet gevaccineerd zijn.
- Ben je beschermd tegen de vijfde ziekte (parvovirus) en de waterpokken (varicella)? Dit wordt alleen bepaald indien je op een kinderdagverblijf of een basisschool werkt.
- Eventueel adviseren wij nog aanvullende bepalingen te laten doen naar aanleiding van de bevindingen bij de intake.
Voor de zwangerschap bepalen wij eventuele besmetting met syfilis (lues), hepatitis B (een leverziekte) of hiv (het virus dat aids veroorzaakt). Er zijn natuurlijk tientallen infectieziekten, maar met deze drie moeten en kunnen wij ook iets tijdens de zwangerschap. Besmetting met andere infectieziekten worden alleen op indicatie bepaald. In de folder ‘Veilig in verwachting’, ‘Infecties voorkomen’ en ‘Ik ben zwanger’ kun je meer tips lezen hoe je infectieziektes kunt voorkomen.
Tijdens de zwangerschap en bevalling kunnen er rode bloedcellen van je kind in je eigen bloed terechtkomen. Als je kind een andere bloedgroep heeft dan jij, kan je lichaam antistoffen maken tegen het bloed van je kind. Het laboratorium onderzoekt of je zulke antistoffen hebt. Dat is belangrijk om te weten, omdat sommige antistoffen tijdens de zwangerschap het bloed van je kind kunnen afbreken. Je kind krijgt dan bloedarmoede. Bij een volgende zwangerschap kunnen deze antistoffen weer opspelen. Als er antistoffen worden gevonden, is er soms verder onderzoek nodig. Wij zullen je daarover dan meer vertellen.
Syfilis (ook wel “lues” genoemd) is een seksueel overdraagbare aandoening (soa). Om besmetting van de baby te voorkomen, is het belangrijk dat de ziekte zo vroeg mogelijk in de zwangerschap wordt opgespoord. Blijkt uit het bloedonderzoek dat je syfilis hebt? Dan word je verwezen naar een gynaecoloog en krijg je antibiotica.
Hepatitis B is een infectieziekte van de lever. De ziekte wordt veroorzaakt door het hepatitis B-virus. Soms hebben mensen geen klachten en weten zij niet dat zij met het virus besmet zijn. Het bloedonderzoek laat zien of je het hepatitis B-virus bij je draagt. Het virus is tijdens de zwangerschap niet schadelijk voor de gezondheid van je kind. Maar tijdens de geboorte kan een baby alsnog een infectie met het virus oplopen. Blijkt uit het bloedonderzoek dat je het hepatitis B-virus bij je draagt? Dan krijgt je baby kort na de geboorte een injectie met antistoffen. Deze antistoffen beschermen je kind tegen het virus. Daarnaast is het belangrijk dat je kind zelf afweer opbouwt tegen het hepatitis B-virus. Daarom krijgt je kind enkele vaccinaties: de eerste kort na de geboorte, daarna op de leeftijd van 2, 3, 4 en 11 maanden.
Hiv is het virus dat de ziekte aids veroorzaakt. Dankzij nieuwe virusremmers is HIV tegenwoordig een chronische ziekte. Je kunt besmet raken met hiv als je onveilig vrijt met iemand die is besmet of als je in aanraking komt met besmet bloed. Als uit het bloedonderzoek blijkt dat je besmet bent met hiv verwijzen we je door naar een gespecialiseerd hiv-centrum. Je kunt het virus tijdens de zwangerschap of bevalling via je bloed aan je baby overdragen, of daarna via de borstvoeding. De kans op besmetting kan zeer sterk worden verminderd door virusremmers te gebruiken tijdens de zwangerschap. Kijk voor meer informatie op www.soaaids.nl of www.hivnet.org.
Er zijn twee groepen vrouwen die een iets grotere kans lopen om antistoffen tegen bloedgroepen te maken. Dat zijn vrouwen die Rhesus D-negatief zijn en vrouwen die Rhesus c-negatief zijn. Zij hebben tijdens de zwangerschap extra aandacht nodig. Het laboratorium bepaalt daarom tijdens het bloedonderzoek ook of je Rhesus D-negatief of Rhesus c-negatief bent.
Als je Rhesus D-negatief bent, wordt je bloed in week 27 van de zwangerschap nog een keer onderzocht op antistoffen. Het laboratorium bepaalt in je bloed dit keer ook of je kind Rhesus D-negatief of Rhesus D–positief is.
Dan bestaat de kans dat je lichaam antistoffen gaat maken tegen het bloed van je kind. Om dit te voorkomen, krijg je in week 30 van de zwangerschap een injectie. Je baby merkt niets van deze injectie en loopt geen enkel risico. Na de bevalling krijg je nogmaals een injectie. Soms doen zich bijzondere situaties voor waarbij een extra injectie nodig is. Dat zullen wij je dan vertellen.
Dan maakt je lichaam geen antistoffen aan tegen het bloed van je kind omdat jullie allebei Rhesus D-negatief zijn. Je hebt geen injectie nodig.
Als je Rhesus c-negatief bent, kan je lichaam ook antistoffen maken tegen het bloed van je kind. Er bestaat geen injectie om dit te voorkomen. Daarom onderzoekt het laboratorium in week 27 van de zwangerschap of je lichaam antistoffen aanmaakt. Zo ja, dan zullen wij of de gynaecoloog je tijdens de zwangerschap extra controleren. Die extra controles zijn nodig om te ontdekken of de gezondheid van je kind in gevaar komt.
Klik hier om de folder ‘Rhesusbloedgroep tijdens de zwangerschap’ van het RIVM te lezen voor meer informatie.